Dressuurringen

Waarom deze letters?
Bakletters zijn gemaakt om dressuurruiters en menners vaste punten te geven om een oefening op te laten zien. In de eerste klassen van de basisdressuur hoeven niet alle overgangen precies bij één letter gereden worden, maar vaak tussen twee of drie letters in. In de hogere klassen moeten alle oefeningen exact bij één bakletter gereden worden. Oefeningen die over een groter stuk gereden moeten worden, zoals bijvoorbeeld zijgangen dienen dan wel van letter ’X’ tot letter ’Y’ gereden te worden.

Afmetingen20 bij 40 meter rijbak
De letters van een 20x40 en een 20x60 bak verschillen iets van elkaar. Een 20x40 bak wordt een kleine rijbak genoemd. Bij deze bak zijn de letters, met de klok mee: A-K-E-H-C-M-B-F.

Een bekend ezelsbruggetje hiervoor is:
Alle Friese Boeren Met Centen Hebben Een Koets

De C en de A staan tegenover elkaar op de korte zijdes, de B en de E tegenover elkaar op de helft van de lange zijdes, de K, H, M en F daartussenin. Afstanden zijn:

Van K, H, M en F tot de dichtsbijzijnde muur op de korte zijde: 6 meter
Van A naar C: 40 meter
Van E naar B, van K naar F en van M naar H: 20 meter
Van F naar B, van B naar M, van K naar E en van E naar H: 14 meter

20 bij 60 meter rijbak
Een 20X60 rijbak wordt gebruikt voor de klassen Z1 dressuur en hoger. Dit, omdat er voor bijvoorbeeld de uitgestrekte gangen meer ruimte nodig is dan voor arbeids- en middengangen.
Bij deze rijbakken komen er nog vier letters bij, namelijk V, S, R en P.
Deze letters komen tussen de K-E, E-H, M-B en B-F.
De volgorde van de bakletters wordt dan: A-K-V-E-S-H-C-M-R-B-P-F.

Een bekend ezelsbruggetje voor de bijkomende letters is: Van Stigt Rijdt Paard.

Letters op de middellijn
De letters op de middellijn in een 20X40 bak zijn D-X-G, van A naar C.
In een 20X60 bak zijn het D-L-X-I-G.


Geschiedenis
Er zijn diverse speculaties waarom deze bakletters in deze volgorde staan, maar ook waarom de ring deze afmetingen heeft. De afmetingen en letters werden sowieso al gebruikt begin 1900. Op de Olympische Spelen van 1912 werden nog geen letters gebruikt, in 1916 waren er geen Olympische Spelen vanwege WO I, maar tijdens de spelen van 1920 waren er ineens de bakletters. Niemand heeft kunnen achterhalen waar ze vandaan gekomen zijn en waarom deze letters in precies deze volgorde. Er zijn wel verschillende theorieën:

1. De Duitse Cavalerie zou tussen de barakken een ruimte hebben gehad van 20 X 60 meter, deze
    barakken hadden letters boven de deur staan.
2. De eerste letters van steden door de Romeinen veroverd.
3. De titels van adelijken.
4. In de koninklijke stallen van het vroegere keizerrijk zouden de stallen voorzien zijn van letters die   aan moesten geven waar het paard van de betreffende adelijke moest staan.

K = Kaiser
F = Furst
P = Pferdknecht
V = Vassal
E = Edeling/Ehrengast
B = Bannertrager
S = Schaztkanzler
R = Ritter
M = Meier
H = Hofsmarshall

De letters zijn bewust gekozen, voor ruiter, jury en publiek. Door de klank en het beeld van de letters zijn ze gemakkelijk te onderscheiden, en kan er goed gezien én gehoord worden waar de oefening uitgevoerd moet worden.

Bron: Bokt.nl