Hoe voer ik mijn paard tegen de kou?

LCT

Om zichzelf warm te houden heeft een paard ’s winters meer energie nodig. In veel onderzoeken wordt geschreven over de “LCT” lower critical temperature of wel lagere kritieke temperatuur. Vanaf deze temperatuur is meer energie nodig om het lichaam op de juiste temperatuur te houden. Per graad die de temperatuur onder de LCT zakt heeft het paard een bepaalde hoeveelheid extra energie nodig. Alleen is het nog niet zo makkelijk om de LCT te bepalen. Dit heeft te maken met de verschillende klimaten en de mogelijkheid van het paard zich aan de omstandigheden aan te passen. Bij paarden in een mild klimaat gaat men uit van 5°C en voor paarden in een koud klimaat gaat men uit van een LCT van -15°C.

Gevoelstemperatuur

Verder wordt aangegeven dat de gevoelstemperatuur ook belangrijk is en niet enkel de omgevingstemperatuur. De gevoelstemperatuur is onder andere afhankelijk van de wind, zon, luchtvochtigheid en de dikte van de vacht. Dit kan dus per paard en per situatie erg verschillen. Alleen een natte vacht kan de LCT al 5 tot 10°C verhogen. Bij veel wind en nat weer kan de LCT voor onze paarden zelfs oplopen naar 12 of 15°C. Dat betekent dat we nu al maatregelen moeten nemen om onze paarden lekker warm te houden! Dit is vooral belangrijk voor paarden die ’s nachts buiten blijven natuurlijk. Paarden een plek geven waar ze droog en uit de wind kunnen staan maakt dus veel verschil! De LCT is dan lager. Een goede schuilgelegenheid kan 20% verlies van lichaamswarmte voorkomen!

Paarden met een hoger vetpercentage zijn vaak beter bestand tegen de kou. Vet isoleert uiteraard waardoor de LCT bij deze paarden lager ligt. Daarnaast is het vet uiteraard een mooie reserve energiebron! Oude, jonge, zieke en erg dunne paarden hebben over het algemeen vaak een hogere LCT en hebben dus eerder meer energie nodig om hun lichaam warm te houden.
Het wennen aan een andere temperatuur kost het paardenlichaam ongeveer 10 tot 14 dagen. De eerste reactie van een paard op koud weer is het veranderen van het gedrag. Ze zoeken beschutting, gaan bij elkaar staan met de achterhand tegen de wind en regen in. De temperatuur van de benen, oren en neus daalt omdat de bloedtoevoer in die delen lager wordt. Dit om warmteverlies te beperken.

Meer energie

De verhoogde energiebehoefte bij temperaturen lager dan de LCT kan worden opgevangen door het rantsoen aan te passen. Het is voornamelijk belangrijk het paard veel ruwvoer aan te bieden. Naast dat het energie bevat komt er ook warmte vrij bij het fermentatieproces van ruwvoer in de dikke darm, een soort dubbele werking dus! Reguliere krachtvoeders leveren wellicht meer energie maar bij de vertering, wat voornamelijk in de dunne darm plaats vindt, komt veel minder warmte vrij. Daarnaast is het ruwvoer verhogen gezonder en veiliger dan het verhogen van de krachtvoergift.

Ik heb een formule voorbij zien komen: LCT – werkelijke temperatuur = percentage energie die het paard extra nodig heeft. Wanneer we bijvoorbeeld uit gaan van een LCT van 5 °C en het is 0°C zou het paard 5% meer energie nodig hebben om zich warm te houden. Anderen geven aan dat het paard 2% extra energie nodig heeft per graad onder de LCT.

Voorbeeld

Jouw paard heeft een goede wintervacht en een normale conditiescore. Het is op dat moment 2°C maar het regent en waait flink, waardoor je de LCT schat op 10°C. Het verschil is 8 graden. Daarom moet jouw paard tussen de 8 en 16% meer energie binnenkrijgen dan op dagen dat de

temperatuur niet onder de LCT komt. Je voert jouw paard 1 kg Fibra met 0,75 EWPa (energiewaarde paard) en 10 kg hooi met 5,3 EWPa. In totaal is dat 6,05 EWPa. Dat betekend dat je 0.5 tot 1 EWPa extra moet voeren. Omgerekend is dat 1 a 2 kg hooi extra.

Veelal wordt geadviseerd paarden die ’s winters buiten blijven onbeperkt goede kwaliteit ruwvoer aan te bieden. Op die manier krijgen paarden genoeg energie binnen en wordt door de fermentatie daarvan ook nog extra warmte geproduceerd in het lichaam. Een aandachtspunt is dat wanneer de paarden in kuddeverband staan er voldoende voerplekken moeten zijn zodat paarden onder in de rangorde ook voldoende ruwvoer kunnen eten.

Ook naast onbeperkt ruwvoer dient altijd nog een aanvullend voer gegeven te worden welke vitaminen, mineralen en spoorelementen aan vult. Op enkel hooi loopt een paard tekorten op, ook wanneer een paard geen arbeid hoeft te leveren. Fibra is afgestemd op het Nederlandse ruwvoer en vult alle vitaminen, mineralen en spoorelementen aan die jouw paard nodig heeft. Daarnaast bevat Fibra super veel structuur, vaak nog meer dan ruwvoer, waardoor het dus ook veel warmte oplevert bij de fermentatie in de dikke darm.

Conclusie

Een paard heeft meer energie nodig als het kouder wordt en de temperatuur onder de LCT zakt. Deze lagere kritieke temperatuur kan al zijn bij 15°C wanneer het erg winderig en de vacht nat is. Daarom kan een schuilstal bijdragen een paard warm te houden omdat het paard uit de wind en droog kan staan. Bij droog windstil weer ligt de LCT namelijk tussen de 5 en -15°C. Oude, jonge, zieke en erg dunne paarden hebben over het algemeen vaak een hogere LCT. De behoefte aan extra energie kan het beste aangevuld worden door meer ruwvoer te voeren.

Piet Deprez, Ugent, Voeding & temperatuurregeling bij het paard
Amy E. Halls, M.Sc., Equine Nutritionist, When the Snow Flies: Are Your Horses Nutritionally Prepared for Winter?
Dr. Nadia Cymbaluk/Carberry Manitoba, Management and Feeding of Horses in Cold Weather.
Marsha Hathaway, PhD, University of Minnesota, Feeding your horse in winter.
Dr. Robert A. Mowrey, Extension Horse Husbandry Specialist, Cold Weather Feeding Practices for Horses.