Stel je voor dat je contactpunt met het bit in je ellebogen, triceps en rug zit en dat je armen, polsen en handen slechts verlengstukken van de teugels zijn. Hierdoor kan de verbinding in je lichaam worden gehouden in plaats van in je handen en kunnen de handen en armen zacht zijn.
Hierdoor ontstaat de juiste aanleuning.
Bron: Dressage today, Jessica Miller
Afbeelding: Sandy Rabinowitz
Vertaling: Dressuurproeven.nl