RITME en BALANS

Benodigd:
6 balkjes, 2 cavaletti's

Tips voor het opbouwen:
Plaats twee balken ongeveer 1,30 meter uit elkaar parallel aan de middellijn, bij voorkeur bij G en D.
Zet de 2 cavaletti's tussen B en E op met een afstand van 1,3 meter. Zorg ervoor dat de binnenste balken allemaal op één lijn liggen om een rechte lijn langs de middellijn te bouwen.

Doelstelling:
Rij een slangenvolte waarbij elke boog de lange zijde raakt (rode lijn). Oefen een opwaartse draf over de balkjes. Het veranderen van de hand zorgt dat achterhand en de rug in contact blijven en bouwt kracht op. Paard en ruiter dienen altijd gericht op het midden van de balk te zijn.

Variaties:
- Wanneer je over de balkjes hebt gedraaft ga dan stappen en dan weer opnieuw aandraven. Wanneer je deze overgangen snel achter elkaar rijdt, zal dit de souplesse bevorderen en versterkt het achterbeen.
- Rij overgangen op de middellijn: stap- drafgangovergangen of eenvoudige veranderingen op de middellijn tussen de balkjes (blauwe en groene lijn).
- Verander de afstand tussen het buitenste balkjes tot 0,8 meter. Begin met de slangevolte tijdens de stap, draf dan door na de eerste twee balkjes, ga verder in draf over de cavaletti bij X en ga terug om over de laatste twee balkjes te stappen.
- Verander de balkjes in een hoek van 90 graden ten opzichte van de middellijn - twee balkjes tussen F en K, vier cavaletti’s bij X en twee balkjes bij M en H. Houd alle afstanden tussen de balkjes op 1,30 meter. Dit is erg gunstig voor je beide concentratieniveaus omdat je hetzelfde regelmatige drafritme tussen en over de balkjes moet behouden.