Zo gaat je galop met sprongen vooruit
Langer in galop werken (laten we zeggen ongeveer 5 minuten) heeft veel voordelen.
Deze oefening is een geweldige manier om de conditie van (jou en) je paard te ontwikkelen, te werken aan het soepel houden van je paard en je paard over de rug te houden in galop, te spelen met balans en het activeren van de achterhand, en gewoon toe te werken naar iets simpels zoals het aanhouden van een stabiel tempo.
Deze oefening is ook goed als je merkt dat je paard vaak zijn rug (en "girafhalzen") laat zakken wanneer je overgaat in galop of tijdens de galop. We willen het paard leren los te maken via de rug en in galop te laten bewegen.
Je gebruikt hiervoor de hele baan, met voltes bij A en C. Probeer dit in een rustig tempo te doen - niet te snel, niet te langzaam. Je kunt altijd de impuls van het paard opbouwen naarmate hij rustiger wordt en zichzelf beter begint te gebruiken, zonder er snelheid aan toe te voegen. Het patroon klinkt alsof het niet veel werk is, maar er gebeurt nogal wat als je een paar keer rond rijdt en je je paard laat werken.
Start bij A. Galop aan de rechter teugel.
1. 20 m volte
Begin met een volte van 20 m. Probeer je paard wat te laten strekken in z’n hals en rug.
Zie het als een halve strek, dus niet helemaal hals strekken.
Maar maak er wel een rek van, zodat je paard zijn hoofd iets lager dan normaal kan dragen en iets meer door de rug kan strekken dan normaal.
Rijd zelf in een verlichte zit en haal het grootste deel van je gewicht van de rug van het paard.
Houd een volte van 20 m aan, houd je paard in een grote volte maar let op de buitenschouder. Houd de schouder recht en laat de buiging doorkomen,
2. Volte van 10 m
Als je weer bij A bent, doe je nog een volte, deze keer kleiner. Maak er een volte van 10 m van, met meer buiging, en ga deze keer in het zadel zitten en breng het paard omhoog in een mooie opwaartse lijn. Deze volte vereist meer verzameling, dus houd de galop actief en sterk, maar voeg de diepere 10 m buiging toe.
3. Galop langs de lange zijde van de baan
Ga na de 10 m volte de hoek in en ga dan recht langs de hoefslag. Ga terug naar de verlichte zit en vraag je paard opnieuw om zich wat meer te strekken. De lange zijde van de baan moet je voldoende tijd geven om de galop te versterken (niet te versnellen) en een mooi, gelijkmatig tempo en paslengte te ontwikkelen.
Versterken: Als je paard goed aanvoelt, de teugels niet naar beneden trekt en het gevoel heeft dat hij goed in balans is, vraag dan om een iets langere pas en een beetje meer impuls. Laat de teugels niet langer gaan en zorg ervoor dat je het paard in de grotere beweging helpt. (Als je paard toch aan de teugels trekt, ga dan een beetje rechtop zitten en versoepel in galop, of maak zelfs een overgang terug naar draf en ga dan weer verder. We willen dat het paard de galop versterkt, maar niet om op de voorhand terecht komen. Gebruik dus drafovergangen om het paard indien nodig weer in balans te brengen.)
Je zou meer sprong en “trampoline gevoel” moeten krijgen in de galop. Het het gevoel hebben dat je meer tijd in de lucht doorbrengt dan op de grond.
4. 20 m volte
Ga door de volgende hoek en terug naar een volte van 20 m bij C. Blijf op in de verlichte zit voor de volte van 20 m en houd het paard in lichte strekking. Het verschil tussen de strekking hier en op de lange zijde is dat je een buiging opnieuw moet maken (ook al is het maar een lichte buiging) dus je werkt ook aan de zijdelingse soepelheid op deze volte.
5. 10 m volte
Maak nu een volte van 10 m bij C. Ga zitten, bereid je voor op de buiging als je terugkomt naar C, en breng het paard dan weer omhoog in zijn houding. Gebruik deze volte om je paard een beetje te "dragen", een hogere en kortere oprichting te hebben en gebruik zijn nu actievere achterhand om wat gewicht van de voorhand te halen.
6. Galop langs de lange zijde van de rail
Ga dan uit de volte van 10 m door de hoek en langs de volgende lange zijde weer in de lichte strekking (voor hem) en verlichte zit (voor jou) positie.
En herhaal dit! Als je wilt, kun je dit patroon meerdere keren achter elkaar op één manier doen, en dan een stappauze nemen en het meerdere keren andersom doen.
Je kunt het geheel ook in stap en draf doen, als warming-up of als cooling-down. Het concept van het strekken en vervolgens verkorten van de rug is een geweldige manier om de rug en achterhand van het paard in alle gangen soepel te maken en te versterken.
Veel plezier met deze oefening!
Laat hieronder je ervaring met deze oefening achter!
Vertaling: Dressuurproeven.nl
